Het is het minst bekende en meest onbeminde stuk Amsterdam: de haven. Anders dan in Rotterdam is het geen onderdeel van het DNA van de stad.
Dat wil niet zeggen dat het gebied niet belangrijk is: vanaf hier wordt de Nederlandse en Europese economie gevoed met grondstoffen en, vooral, energie. Amsterdam is de grootste benzinehaven ter wereld. Daarmee is het ook een spiegel van onze samenleving: de mate waarin de haven verandert, geeft inzicht in de snelheid van de energietransitie.
Zelf is Port of Amsterdam er hard mee bezig. Steenkool eruit, bio-fuels erin. Het moet duurzaam, circulair, draaiend op waterstof en stroom uit de parken op zee. Zoals het havenbedrijf zelf zegt: be part of a better port. Maar hoe verander je een haven die geknipt is voor fossiele overslag, voor een samenleving die gebouwd is op fossiele energie?
Tegen de achtergrond van een haven in transitie, waarin de fossiele bulk beetje bij beetje plaatsmaakt voor de economie van de toekomst, heb ik de mensen, het werk en de plekken vast proberen te leggen.
Dit tijdsbeeld laat het begin van verandering zien, maar toont ook hoe weerbarstig de realiteit is van een land, dat ondanks alles, nog steeds bijna volledig afhankelijk is van fossiele energie.
Deze serie is gefinancierd door het Stadsarchief Amsterdam